Deel 2: Geen informatie verspreiden, maar routines verbreken

De invloed van supermarkten op wat en hoe wij eten, voor Small Stream Media


Iedere dag groente en fruit eten is lang niet voor iedereen vanzelfsprekend. Momenteel eet maar 59 procent van alle Nederlanders dagelijks groente. Hiermee scoren we slecht ten opzichte van andere Europese landen zoals Ierland of België waar dit percentage boven de 80 procent uitkomt. Ook is in 2018 voor het eerst sinds tien jaar de vleesconsumptie weer gestegen. Deze ontwikkelingen staan haaks op wat er moet gebeuren voor een duurzamer voedselbeleid. Waarom is het zo lastig om eetpatronen te veranderen?

Wanneer je online naar informatie zoekt over gezonde of verantwoorde voeding is de kans groot dat je terecht komt in een oerwoud aan artikelen, blogs en onderzoeken. Een zoekopdracht naar ‘avocado + gezond’ levert allerlei websites op die de gezonde eigenschappen van avocado’s bevestigen. Maar wanneer je zoekt op ‘avocado + ongezond’ creëert dit het omgekeerde effect. Zonder een kritische blik kan een online speurtocht zo uitlopen op een soort selffulfilling prophecy. Maar zelfs in dit oerwoud aan informatie is er één gegeven waar we niet meer omheen kunnen: wat wij eten heeft een grote impact op de planeet. Dit betekent dat de keuzes die wij maken rondom ons voedsel duurzame, of minder duurzame, gevolgen hebben.

Bovendien is volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu slechte voeding jaarlijks verantwoordelijk voor ongeveer zes miljard euro aan zorgkosten. Nederlanders eten namelijk te veel rood vlees, zout en verzadigde vetten. Het goede nieuws? Vaak leidt een milieuvriendelijker dieet automatisch tot een gezonder dieet.

Maar hoe kan zoiets persoonlijks als het eetpatroon nou positief worden gestimuleerd? Uit recent onderzoek ‘Dagelijkse Kost’ van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijkt dat een duurzaam eetpatroon aansporen via advertenties weinig nut heeft. Veel belangrijker blijken de dagelijkse routines. En wat is net zo routinematig als eten? Juist: Boodschappen doen bij de supermarkt.

Gehaast loopt de dame voor mij de Albert Heijn in. Met het winkelmandje in de ene hand en haar telefoon in de andere loopt ze zonder haar ogen van haar mobiel af te wenden langs de fruit- en groenteafdeling door naar de koelvakken. Hier blijft ze even stil staan voor de grote glazen deur en typt ze verder. Ze kijkt omhoog en pakt direct twee pakken yoghurt en legt deze in haar mandje. Vervolgens draait ze zich om en na drie seconden het vak gescand te hebben legt ze een pak muesli en havermout bij de andere boodschappen. In het volgende schap pakt ze nog even een rol toiletpapier en zonder haar ogen af te wenden van haar telefoon loopt ze rechtstreeks naar de zelf-scankassa.

Deze observatie doet terugdenken aan een artikel van Maria Goidanich waarin zij refereert naar de Braziliaanse film ‘1,99 – um supermercado que vende palavras’, [1,99 een supermarkt die woorden verkoopt]. In de film zie je mensen die in stilte en op een witte achtergrond, schijnbaar gehypnotiseerd, rondlopen op zoek naar witte verpakkingen met zwartgedrukte woorden. De film is een kritische reflectie op consumentisme en het daaruit voortvloeiende individualisme dat de moderne samenlevingen kenmerkt. De gehypnotiseerde staat van de consument geeft weer hoe onbewust het gedrag in de supermarkt is, terwijl supermarkten grote invloed hebben op de samenstelling van het dieet, aldus PBL.

Uit onderzoek van Flycatcher blijkt dat 93% van de respondenten minimaal één keer per week de supermarkt bezoekt. Gemiddeld bezoeken Nederlanders een supermarkt zelfs 2 á 3 keer per week. De productprijzen zijn het belangrijkste criterium waarop een supermarkt wordt gekozen, ook al is dit belang aan het dalen. Ondanks het licht gehypnotiseerde boodschappen doen, wat veel supermarkt-bezoekers waarschijnlijk herkennen, worden consumenten  steeds kritischer. Vooral met betrekking tot milieuvriendelijke maatregelen, beperking van voedselverspilling en betrokkenheid bij dierenwelzijn.

Interessant is dat terwijl het Nederlandse eetpatroon slecht scoort wat betreft groente en fruit, dit wel het belangrijkste criterium is aan de hand waarvan het supermarkt-assortiment beoordeeld wordt. Ook eten Nederlanders met name te veel vlees, wat een grote druk op het milieu legt. Minder vlees en meer groente en fruit zijn belangrijke aspecten van een duurzamer eetpatroon, stelt het PBL. En hoewel deze informatie de afgelopen jaren vaak is gedeeld door instanties zoals de Gezondheidsraad, blijkt uit recent onderzoek van het onderzoeksinstituut Wageningen Economic Research dat de vleesconsumptie in 2018 voor het eerst sinds tien jaar weer is toegenomen.

Volgens de huidige trends wordt het duurzaamheidsaspect van eten steeds meer als belangrijk gezien en eisen consumenten transparantie van de voedselketen. Zo wordt er gevraagd om meer openheid over wat voor impact de productie heeft gehad op het milieu, hoe dieren zijn gefokt, gevoerd, geslacht, welke bestanddelen in het voedsel zitten en hoe voedselverspilling gereduceerd kan worden. Hoewel deze belangstelling groeit, is vlees eten nog steeds diep verankerd in de Nederlandse culturele identiteit. Uiteraard staat vlees eten niet per definitie voor desinteresse in duurzaamheid, maar de stijgende vleesconsumptie gaat wel tegen de verwachtingen in. Bij een duurzaam dieet hoort namelijk minder vlees. Deze tegenstrijdige bewegingen komen overeen met de bevindingen van het PBL, namelijk dat het bezitten van kennis alleen niet de sleutel tot gedragsverandering is.

Op dit moment is de Nederlandse voedselconsumptie verantwoordelijk voor 40 procent van de landvoetafdruk en 13 procent van de broeikasgassen. Dit kan, en moet volgens de klimaatdoelen, veel duurzamer. Om de gestelde doelen te bereiken moet er gekeken worden naar de gehele voedselketen in plaats van alleen naar de producenten. Hierbij zijn de keuzes die consumenten in supermarkten maken cruciaal. Deze keuzes worden vaak nog beschouwd als individuele beslissingen, wat niet altijd het geval is. Veel van de beslissingen die consumenten maken zijn namelijk niet weloverwogen maar routinematig. En het veranderen van deze routines is slechts gedeeltelijk een individuele keuze.

Probeer tijdens je volgende bezoek aan de supermarkt eens op te letten op hoeveel handelingen je automatisch of onbewust uitvoert. Dit kan voor sommigen al beginnen met het opstellen van de boodschappenlijst in de volgorde van het daadwerkelijke supermarktbezoek. Dit routinematige gedrag zorgt niet alleen voor minder bewuste keuzes, maar ook voor een hogere mate van beïnvloedbaarheid.

De aangeleerde vaardigheden die gebruikt worden tijdens het doen van boodschappen zijn vaardigheden die Nederlanders de afgelopen zeventig jaar hebben ontwikkeld, sinds het ontstaan van de eerste supermarkt. Al zou iemand deze routines zelfstandig willen doorbreken, door bijvoorbeeld te beginnen bij het kattenvoer en te eindigen bij de groente, dan speelt de Nederlandse ‘eetcultuur’ nog een grote rol. Deze verandert wel geleidelijk, maar de doorsnee Nederlandse maaltijd wordt nog steeds gezien als aardappelen, vlees en groente –en bijvoorbeeld geen insecten, terwijl dit voor zo een twee miljard mensen wel de normaalste zaak is.

Posts created 19

3 gedachten over “Deel 2: Geen informatie verspreiden, maar routines verbreken

  1. Awesome post. I am a normal visitor of your web site and appreciate you taking the time to maintain the excellent site. I will be a frequent visitor for a really long time. Hollyanne Virge Chan

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven